17. Maandag 6 juni 2022: van Le Pech naar La Rozière (Lot)
6 juni 2022 - Lhospitalet, Frankrijk
Maandag 6 juni 2022: van Le Pech naar La Rozière (Lot)
Zwaarte: +++ Schoonheid: *** Afstand: 18 km. Weer: zonnig en 26 graden
Een oude Romeinse weg, de boog van Diane en een duiveltje
In plaats van een rustdag, heb ik vandaag een iets kortere etappe. Daar zal mijn rechter voorvoet blij mee zijn. Ik stopte gister bij zo’n mooi stapelmuurtje om mijn telefoontje aan het infuus te leggen toen uitgerekend dáár een steen los lag en met de punt naar beneden op mijn rechter voet viel! Vanochtend was het rond mijn tenen helemaal blauw, maar gelukkig niets gebroken.
Het is een dikke 13 km naar Cahors waarbij ik nog steeds over de oude Romeinse weg loop. Sommige stukken heten nu toepasselijk Chemin de Saint Jacques. In Frankrijk kortweg Le Chemin (een begrip!) genoemd.
Maar het is allemaal veel mooier, vriendelijker en plezieriger dan gisteren. Ik kom Frans nog tegen (of hij mij?), en hij neemt een foto van me.
Het zijn de typisch golvende velden en het prachtige landschap van de Quercy Blanc, het laatste kalkplateau, vooral ontstaan door het uitspoelen van de hogere causses richting het centraal massief. Zo nu en dan zie ik een cazelle, het uit veldstenen rond gestapelde hutje en terwijl ik bij zo’n hutje even stop om mijn zonnehoed uit mijn rugzak te halen (wat ben ik blij met dat ding!), komen de mannen in hun pickup voorbij aan wie ik een uurtje eerder de weg heb gevraagd. ‘Gevonden?’ ‘Ja hoor, prima. Dankzij jullie. Merci beaucoup.’
De GR 65 gaat, evenwijdig aan de D6, over smalle steile paadjes omhoog en brengt me weer naar een hoogte van 275 meter. Ik loop nog steeds op de Cami Ferrat als ik het regionaal natuurpark Causses du Quercy achter me laat. Na het voetbalveld van Flaujac-Poujols sla ik een zeer stenig pad in. Het wordt een kilometer lang dalen naar de vallei van Laze, zo’n 70 meter lager.
Daarna de langzame klim over een breed stenig pad. Als het pad stopt, kom ik via een klimpad aan de rand van het bos bij het gehucht La Quintarde.
Ik loop door het gehucht en over de D6 om het pad te vinden dat me 2,5 km langs een brede heuvelrug voert temidden van vegetatie die doet denken aan die van de causse. Een vrijwel onbewoond gebied, met veel bos en weiden.
Het laatste stuk loopt met een grote boog naar Cahors met een mooi uitzicht op dit stadje. Zelfs de Pont Valentré is te zien.
De route over de oude Romeinse weg is erg rustig. Duidelijk minder wandelaars dan op het eerste gedeelte van de Via Podiensis. Ik vind dat wel lekker. En dan, terwijl ik net weer over een stuk asfaltweg loop, zie ik Cahors in de diepte. Volgens de gegevens is het nog maar een kilometer naar de stad, dat zou betekenen dat we in rap tempo van 240 naar 125 m gaan… dat wordt een goede massage voor mijn blauwe voet, dat kan niet anders!
De stad is dwars over de meander van de Lot ontstaan en daardoor aan drie zijden ingesloten door het water. Een perfecte en natuurlijke verdediging dus. De vierde kant werd door middel van een stadsmuur beschermd. In Cahors zit je even ver van de Atlantische oceaan, de Middellandse zee als van de Pyreneeën - non-informatie, maar toch een grappig idee hè?!
De kathedraal van Cahors heeft twee enorme byzantijnse koepels en een mooie oude kloostergang. Ik begrijp dat de gebrandschilderde ramen de afgelopen jaren net vernieuwd zijn en dat de kathedraal daar enorm van is opgeknapt. Ik vind het (zeker van buiten) desondanks geen mooi, maar eerder een zeer merkwaardig gebouw.
De Boog van Diane is het laatste zichtbare overblijfsel van de Romeinse baden. Het gebouw is waarschijnlijk neergezet aan het einde van de eerste eeuw na Christus en zou tot het midden van de vierde eeuw in gebruik zijn geweest; het werd van water voorzien door een aquaduct. Het totale vloeroppervlak besloeg circa 3000 m². Moet je je voorstellen, in die tijd!
In Cahors is de afslag naar de Pont Valentré over de Lot niet te missen. Dit is verreweg het indrukwekkendste monument van Cahors en ik loop eerbiedig over de 138 meter met rivierkeitjes. De brug heeft acht bogen en drie torens en is prachtig gerestaureerd. Opmerkelijk dat de brug pas sinds 1995 verboden is voor verkeer.
De mythe van de Pont Valentré De bouw van de vestingbrug startte in 1308 en sleepte zich in het begin traag voort. De bouwmeester sloot een pact met de duivel om de bouw tot een goed einde te brengen. In ruil voor zijn ziel beloofde de duivel een oplossing voor alle problemen, zodat de bouw lekker opschoot. Als de duivel niet meewerkte, om welke reden dan ook, zou hij zijn recht op deze prijs verliezen.
Toen in 1378 de voltooiing naderde kreeg de bouwmeester het steeds benauwder met het vooruitzicht van eeuwig branden in de hel en bedacht een list. Hij stuurde de duivel met een zeef weg om water te halen voor het bereiden van het cement. Dit lukte natuurlijk niet, waardoor het pact verbroken was! De duivel was des duivels en brak elke dag een steen van de middelste toren, die daardoor nooit klaar kwam. Die toren heet dan ook de toren van de duivel. Sinds de restauratie van 1870 is een duiveltje ingemetseld op deze plek!
Aan de andere kant van de brug Is het weer behoorlijk klimmen langs grillige paden, uitgehouwen traptreden en steenformaties. Hadden die oude pelgrims daar nu echt zin in en tijd voor, vraag ik me af. Om de berg heenlopen is echt niet veel langer en beduidend minder inspannend. Of waren het de boetedoeners (les pénitents) die hier aan het werk gingen? Maar misschien zit de Franse VVV er wel achter; want zo’n klim scoort natuurlijk wel! En eenmaal boven is het uitzicht geweldig. Een cadeautje!
De weg golft daarna door weelderige natuur naar het eerste dorp Les Mathieux. Daarna komt La Rozière en ik vind er naast allemaal toeristenbussen onze auto.
Sterkte met je voet Yvonne, lekker smeren met arnica maar!